Begeleiding klas 1 en 2
Het is een hele overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs, dat kan dan ook niet zonder begeleiding. Spil in het geheel van begeleiding is de mentor. Deze fungeert als vraagbaak voor de leerlingen, als aanspreekpunt voor ouders, als intermediair tussen leerlingen/ouders en het team, als luisterend oor voor allerlei problemen en probleempjes, als teambuilder en als bewaker van de sfeer. Naast zijn eigen vak heeft de mentor de brugklassers zowel voor de mentorles als voor een studieles. Het is bijzonder om te horen welke onderwerpen bij de klassikale en individuele begeleiding ter sprake komen: de weg zoeken, rooster lezen, huiswerk, liefdesproblemen, meningsverschillen met docenten, enz. Gedurende hun JTC-loopbaan hebben leerlingen altijd een mentor, van klas 1 t/m 6. De begeleiding wordt in de loop van de jaren wel steeds anders van karakter. Naarmate de jaren vorderen verschuift de taak van de mentor van intensieve sociale en persoonlijk begeleiding naar wat meer begeleiding van zakelijke aard. Samen met de mentor bepaalt de teamleider het begeleidingsprogramma in de brugklas, stellen ze de inhoud vast van de studieles, programma voor het leren-leren en bepalen welke instrumenten ze daarbij gebruiken, bijvoorbeeld:
- de lesbrieven om het leren plannen en studeren makkelijker te maken;
- de zachte landing voor de brugklasleerlingen. De periode tot aan de herfstvakantie staat voor de brugklasleerlingen in het teken van wennen aan de school. De regels die gelden op school zijn voor de leerlingen iets minder streng. Zo is het geen probleem als ze een keer te laat komen, spullen vergeten of hun huiswerk niet in orde hebben. Daarnaast krijgen de leerlingen voor elk vak eerst een oefentoets waarbij ze kunnen wennen aan het maken van een toets voor een vak. Daarna krijgen ze pas de echte toets en telt het cijfer maar 1 keer mee. Zo proberen we de brugklasleerlingen op een vriendelijke manier tot aan de herfstvakantie te laten wennen aan de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs.
- Introductieperiode brugklas. Onze brugklasleerlingen starten het jaar met een introductieweek, waarin verschillende activiteiten zitten om elkaar, de mentor en de school te leren kennen. Deze periode wordt aan net voor de herfstvakantie afgesloten met een activiteitendag en een wuppenbal.
- het digitale leerlingvolgsysteem -en de Elektronische Leer Omgeving- waarbinnen o.a. aantekeningen worden gemaakt over het huiswerk en dergelijke, de mentor gebruikt dat als gespreksonderwerp over de situatie en indien noodzakelijk worden er corrigerende maatregelen genomen;
- de taakwijzers waarop de taken voor het leerplein van de verschillende vakken worden aangegeven;
- projecten over weerbaarheid, pesten, anti-roken, etc.
Tot slot hebben we in het kader van de begeleiding enkele ‘specialisten’ in huis:
De begeleider passend onderwijs is direct aan de school verbonden en houdt zich bezig met de zwaardere ondersteuningsbehoeftes, maar zal ook in preventieve zin optreden daar waar nodig is. Sinds de invoering van passend onderwijs wordt dat geregeld in de vorm van onderwijsbehoeften op maat. Steeds op basis van een diagnose.
De ondersteuningscoördinator, die het zorgbeleid van de school coördineert, contacten heeft met het samenwerkingsverband, fungeert als deskundige schakel tussen externe instanties op het vlak van ondersteuning en school. De ondersteuningscoördinator kan ook een rol spelen in de directe begeleiding van kinderen;
Leerlingen met een (sociale) problematiek die de school ontstijgt, worden – in overleg met de ouders – naar de jeugdprofessional van de gemeente verwezen. De jeugdprofessional kan ook in het gezin en buiten de school een inbreng hebben.
Zeker qua studiebegeleiding spelen ook het leerplein en de KeuzeWerkTijd-uren een rol. Vakdocenten kunnen via dat middel extra individuele aandacht geven aan leerlingen die dat nodig hebben. Zij kunnen dan op het leerplein deze leerlingen vaker bij zich roepen en ook promoten dat ze wat extra werken aan hun vak.
KWT-uren staan ca. twee tot drie keer per week op het brugklasrooster. Leerlingen kunnen tijdens deze studie-uren dan zelf kiezen bij welke docent ze op het leerplein gaan werken. Hierbij zullen vooral Nederlands, Engels en Wiskunde –de kernvakken- vertegenwoordigd zijn. Ook qua leeractiviteit is er een keus voor de leerlingen. Dat kan zijn: extra begeleiding, verrijkingswerk of zelfs werken aan huiswerk of taken.
In overleg met de mentor kunnen docenten ook leerlingen verplichten tijdens deze uren voor hun vak te kiezen. Dit gebeurt met name wanneer er extra begeleiding gewenst is.
Direct naar
Laatste nieuws
CONTACT
Burgemeester Schneiderlaan 2
4706 EZ Roosendaal